Schermtijdcoach: 'Geef je kind liever pas in groep 8 een smartphone (en zonder apps)'
In dit artikel:
Op 11 november verschijnt het boek Smartphonevrij Opgroeien van psycholoog Thijs Launspach, dat oproept om de eerste eigen smartphone van kinderen zo lang mogelijk uit te stellen. De auteurs pleiten voor een nieuwe sociale norm waarbij ouders, scholen en gemeenschappen samen afspraken maken, omdat individuele gezinnen moeilijk tegen de stroom in kunnen roeien als vrijwel alle klasgenootjes al een toestel hebben. Het boek maakt duidelijk dat het niet gaat om een totaalverbod op schermen: laptops, tv, consoles, oudertelefoons en gezinstablets kunnen functies van een smartphone tijdelijk overnemen.
Schermtijdcoach Marloes Jonker onderschrijft de belangrijkste strekking: uitstel van de eerste smartphone is verstandig en schermen vervullen ook nuttige functies. Zowel zij als de ouderbeweging in het boek raden echter een volledig schermvrije opvoeding af. Volgens Jonker is schermtijd niet per definitie schadelijk voor kinderen ouder dan twee jaar; problemen ontstaan vooral bij gebrek aan balans, begeleiding en bescherming. Te veel online tijd kan de beweging, buitenspelen, sociale interactie en slaap ondermijnen. Jonker waarschuwt daarnaast voor veiligheidsrisico’s zoals grooming, blootstelling aan gewelddadige content en online pesten — gevaren die ouders vaak onderschatten als kinderen “veilig” thuis lijken te zitten.
Concreet advies uit het gesprek en het boek:
- Houd je aan de Nederlandse richtlijn om kinderen pas vanaf groep 8 (ongeveer 11–12 jaar) een eigen telefoon te geven; social media wordt het liefst uitgesteld tot minimaal 15 jaar.
- Overweeg in plaats van meteen een smartphone een eenvoudige ‘dumbphone’ zonder internet en apps, of geef tijdelijk toegang via oudergestuurde apparaten.
- Stel duidelijke regels over tijd, plaats en inhoud van schermgebruik en gebruik ouderlijke instellingen en app-beperkingen actief.
- Blijf betrokken en benut het moment vóór de middelbare school om begeleiding te geven; jongeren in de puberteit zijn minder ontvankelijk voor ouderlijk toezicht.
Jonker benadrukt ook het belang van mediawijsheid en digitale geletterdheid in het onderwijs: net zoals verkeersles kinderen leert veilig in het verkeer te bewegen, zouden scholen lessen moeten geven over privacy, nepnieuws, wachtwoorden, online pesten, gamen, reclame en omgaan met influencers en AI. Ouders alleen kunnen die taak niet volledig dragen.
Praktische tips voor huiselijk beleid: modelleer zelf verstandig schermgebruik (geen telefoons tijdens het avondeten), wissel online activiteiten af met offline spel, sport en muziek, en stel samen met je kind regels die je als ouder ook naleeft. De aanbevolen benadering is een gulden middenweg: niet naïef toestaan, maar ook niet alles verbieden — zorgen voor begeleiding, grenzen en digitale vaardigheden zodat kinderen veilig en bewust met media leren omgaan. Het boek Smartphonevrij Opgroeien ligt vanaf vandaag in de winkel.