Onderwijsexpert Larissa Kapnissakis over het 10-minutengesprek: 'Zodra een kind erbij zit, verdwijnt de openheid'

dinsdag, 11 november 2025 (13:25) - J/M voor Ouders

In dit artikel:

Steeds meer basisscholen voeren het korte driegesprek in: ouder, leerkracht en leerling aan één tafel om voortgang en ontwikkeling te bespreken. Larissa Kapnissakis, leerexpert en eigenaar van Succesvol Leren en ToetsMij, waarschuwt dat die opzet in de praktijk vaak tekortschiet. Hoewel het doel — kinderen eigenaarschap over hun leren geven en openheid creëren — aanspreekt, verandert de dynamiek zodra het kind meeluistert. Volwassenen worden voorzichtiger, ouders schuiven terug uit zorg of schaamte, en leerlingen vangen vooral fragmenten op die als oordeel overkomen. Daardoor blijft het gesprek hangen op korte, negatieve constateringen in plaats van op zinvolle reflectie of planvorming.

De ontwikkeling in het onderwijs van een kennis- naar een ontwikkelingsgerichte benadering ligt ten grondslag aan deze trend: scholen benadrukken groei boven cijfers en willen kinderen betrekken bij hun ontwikkeling. Kapnissakis stelt echter dat kinderen nog niet altijd de ervaring, het overzicht of de woordenschat hebben om in een tien minuten durend driegesprek echt te reflecteren. Reflecteren is volgens haar een vaardigheid die je stap voor stap in veilige, kindgerichte één-op-ééngesprekken ontwikkelt; niet in een gehaast overleg met drie betrokkenen waarin uiteindelijk niemand volledig gehoord wordt.

Praktische voorbeelden uit haar werk en eigen ervaring illustreren het probleem: ouders houden soms belangrijke onderwerpen — zoals gedragszorgen of thuissituaties — voor zich omdat ze hun kind willen beschermen, en kinderen durven niet eerlijk te spreken over de leraar of hun eigen zorgen wanneer die erbij zit. Een ouder in haar praktijk koos er bewust voor geen verwachting over het uitstroomniveau van zijn zoon te delen, uit angst druk te creëren; juist dat zwijgen zegt volgens Kapnissakis veel over de ongeschiktheid van het format voor bepaalde gesprekken.

Haar advies is concreet: onderscheid maken tussen twee soorten gesprekken. Laat leerkrachten regelmatig individuele gesprekken voeren met leerlingen in kindertaal om reflectie te oefenen en doelen te formuleren. Houd daarnaast aparte ouder-leerkrachtgesprekken waarin openlijk en vrij over gedrag, motivatie en thuissituatie kan worden gesproken. Een driehoeksgesprek kan aanvullend zijn, maar mag niet de plek innemen van die twee afzonderlijke momenten.

Scholen die dit model gebruiken raadt ze aan kritisch te evalueren: zorgen deze gesprekken er echt voor dat iedereen alles durft te zeggen en heeft het een positieve invloed op het kind? Als het antwoord nee is, functioneert het beleid vooral als een goed klinkend idee op papier, niet als effectieve praktijk.