Onderwijsdeskundige Marieke Ligtenberg: 'Wat als we stoppen met onderwijs en beginnen met opgroeien en leren?'

zondag, 12 oktober 2025 (09:25) - J/M voor Ouders

In dit artikel:

Marieke Ligtenberg, onderwijsexpert met dertig jaar ervaring in en met scholen, pleit ervoor het Nederlandse onderwijs fundamenteel anders te zien: niet primair als systeem voor kennisoverdracht en diploma’s, maar als een praktijk van opgroeien en leren. Ze stelt dat het traditionele, vooral hoofdgerichte model zijn houdbaarheid verliest door maatschappelijke veranderingen — van klimaatcrisis en technologische versnelling tot de toenemende meetbaarheid van alles — en dat wat écht ontbreekt: ruimte voor richting, betekenis en een innerlijk kompas bij kinderen.

Ligtenberg haalt daarbij de term subjectificatie van pedagoog Gert Biesta aan: leren moet kinderen helpen te verschijnen als handelende personen die keuzes maken, vragen stellen en verantwoordelijkheid dragen, niet slechts als objecten die worden gevormd. Dat proces is volgens haar levenslang en cyclisch, niet een lineaire reeks vaardigheden. Ze onderscheiden in haar visie zes lagen van groei — van innerlijke ontwikkeling naar zichtbare gedragsvormen — die elk kind in de loop van jeugd en jongvolwassenheid doorloopt (deze lagen noemt ze zonder in detail uit te werken).

De kern van haar oproep is praktisch én normatief: klaslokalen zouden gemeenschappen van groei moeten zijn waar kennis betekenis krijgt en kinderen oefenen met vrij handelen. Dit vraagt minder nieuwe regels en meer moed: vertragen, echt luisteren en vertrouwen dat ontwikkeling niet altijd meetbaar of rechtlijnig is. Veranderen betekent volgens haar niet per se méér doen, maar anders kijken — naar het kind, naar elkaar en naar wat leren werkelijk inhoudt.

Ligtenberg ziet al verschuivingen in scholen waar stilte, vertraging en kindparticipatie terugkeren en waar leerkrachten en leidinggevenden bereid zijn te experimenteren, ook al weten ze nog niet precies hoe. Ze verbindt haar pleidooi met eerdere aandacht voor knelpunten in het onderwijs, zoals de ongeveer 70.000 thuiszitters in Nederland, en benadrukt dat de keuze om te transformeren een boodschap is naar kinderen: je bestaat ertoe en je mag bijdragen.

Haar afsluitende uitnodiging is concreet optimistisch: de transitie naar ‘opgroeien en leren’ is een moedige keuze die al plaatsvindt op kleine schaal en waarin luisteren en vertrouwen de eerste stappen vormen.