Kraamzorg verdwijnt uit kwetsbare wijken, en dit is waarom
In dit artikel:
Iedereen in Nederland heeft recht op minimaal 24 uur kraamzorg, maar steeds vaker lukt het aanstaande ouders niet die zorg te krijgen — vooral in sociaaleconomisch kwetsbare wijken. Uit een rondvraag van Nieuwsuur blijkt dat grote kraamzorgorganisaties in bepaalde postcodegebieden ‘cherry-picken’ en zich soms terugtrekken, waardoor wachttijden oplopen en sommige gezinnen helemaal geen kraamzorg ontvangen.
Utrecht illustreert het probleem: in wijken als Kanaleneiland en Overvecht ontstond na het vertrek van twee grote aanbieders drie jaar geleden een zichtbaar tekort. Lokale bestuurder Eelco Eerenberg zegt dat marktwerking ertoe leidt dat bureaus kiezen voor gebieden waar de inzet het minste kost en het rendement het grootst is. Brancherepresentant Koen Jansen erkent dat sommige leden bewust moeilijke postcodes mijden; zorgverzekeraars mogen aanbieders echter niet dwingen overal te blijven.
Praktische redenen achter de keuze om wijken te vermijden zijn onder meer vrezen voor hoger verzuim onder personeel, langere reistijden en parkeerproblemen. Verloskundige Gwendolyn van Strien ervaart dat gezinnen in achterstandswijken vaak meer uitleg en tijd nodig hebben — bij taalbarrières is tolken nodig — en dat daardoor basis- en medische controles soms niet goed plaatsvinden.
De Nederlandse Zorgautoriteit wijst op mogelijke oplossingen via stimulansen: verzekeraars kunnen aanbieders financieel of anderszins aantrekkelijker maken om in moeilijke wijken te blijven werken, maar kunnen ze niet verplichten. Hoewel kraamzorg in de basisverzekering zit, blijkt de praktische toegankelijkheid ongelijk verdeeld, met belangrijke gevolgen voor de langdurige gezondheid van moeders en pasgeborenen.