Het gezinsbudget van Nuria: 'Ik moet 7000 euro aan toeslagen terugbetalen'
In dit artikel:
Nuria (37) woont met haar twee kinderen Zoë (10) en Amir (7) in een huurappartement in Den Haag. Ze werkt vier dagen per week als administratief medewerker bij een transportbedrijf en krijgt daarnaast 400 euro alimentatie per maand. Tot voor kort kreeg ze ook zorgtoeslag en kindgebonden budget, maar een brief van de Belastingdienst veranderde alles: omdat haar salaris vorig jaar iets hoger was kwam ze niet meer in aanmerking en werd ze geconfronteerd met een terugvordering van circa 7.000 euro.
In eerste instantie raakte ze in paniek, maar met de Belastingdienst maakte ze een afbetalingsregeling van 250 euro per maand. Om verdere onzekerheid te voorkomen heeft ze alle toeslagen stopgezet; ze durft niet meer het risico te lopen later iets te moeten terugbetalen. Dat besluit geeft haar meer overzicht, maar vermindert wel de extra marge in het gezinsbudget.
Haar grootste vaste lasten zijn de huur van 1.050 euro en de boodschappen. Om rond te komen is ze veel zuiniger gaan leven: weekboodschappen, letten op aanbiedingen, impulsieve aankopen vermijden en een budget-app gebruiken. Ze zet ook elke maand 50 euro opzij en heeft een noodpotje van ongeveer 3.000 euro voor onverwachte uitgaven zoals kapotte apparaten. Vrije tijd met de kinderen is vooral gratis — speeltuin of picknicken — zodat het gezinsleven niet onder het budget lijdt.
Nuria kijkt met gemengde gevoelens terug op de toeslagenperiode: die hielpen, maar maakten ook afhankelijk. Haar financiële doel is simpel: rust, geen schulden en geen verrassingen. Op langere termijn hoopt ze ooit een klein huis met tuintje voor de kinderen te kopen. Voor anderen in vergelijkbare situaties benadrukt haar verhaal het belang van overzicht, contact met de Belastingdienst en sparen voor onverwachte tegenvallers.