Gemma (35) vreest hersenschade na de bevalling: 'Ben ik de enige?'
In dit artikel:
Gemma (35) uit Limburg ervaart vijf jaar nadat ze moeder werd nog dagelijks sterke cognitieve en emotionele veranderingen. Waar ze voor haar zwangerschap vlot, sociaal en hoogpresterend was — gymnasium afgerond en op het werk altijd bovenaan — kampt ze sindsdien met concentratieproblemen, geheugenverlies, moeite met snelle gesprekken en vooral met woordvindingsproblemen. Eenvoudige zaken, zoals uitleggen hoe gordijnen moeten hangen, lopen vaak spaak omdat “de zinnen zich niet goed vormen” en woorden verdwijnen. Ze zegt: “Ik voel me niet meer mezelf.”
De klachten begonnen tijdens en kort na de zwangerschap. Hoewel veel vrouwen na verloop van tijd weer meer balans vinden, is dat bij haar niet het geval: ook nadat haar zoon doorsliep bleef haar hoofd wazig en bleven taal- en sociale problemen bestaan. Dit heeft grote gevolgen: relatieproblemen met haar partner door miscommunicatie, het vermijden van sociale bijeenkomsten en een flink verminderd zelfvertrouwen.
Een recent onderzoek vermeldt dat zwangerschap daadwerkelijk blijvende hersenveranderingen kan veroorzaken die tot twee jaar na de bevalling aanhouden en vooral samenhangen met het vermogen tot empathie; sterker veranderde hersenen bleken zelfs gunstig voor de moeder-kindbinding. Gemma’s klachten duren echter veel langer dan die periode, wat haar doet vrezen voor blijvende hersenschade. Haar huisarts vindt de klachten volgens haar “normaal” en weigert een MRI-doorverwijzing, terwijl zij dat juist graag wil laten onderzoeken.
Kort samengevat: een vrouw met een vroeger hoge cognitieve capaciteit ervaart langdurige, mogelijk postpartale cognitieve en communicatieve stoornissen die haar dagelijks functioneren en sociale leven aantasten. De situatie illustreert zowel wetenschappelijke aanwijzingen voor zwangerschap-gerelateerde hersenveranderingen als de praktijkproblematiek rond herkenning, diagnostiek en doorverwijzing wanneer klachten veel langer aanhouden dan verwacht. Voor wie dit fenomeen kent of onderzoekt, roept het vragen op over wanneer verder medisch onderzoek en gespecialiseerde hulp gerechtvaardigd zijn.