Dilemma: 'Mijn kleuter schreeuwt, hoe ga ik daarmee om?' Pedagoog geeft advies

zaterdag, 11 oktober 2025 (15:25) - J/M voor Ouders

In dit artikel:

Yentl (45) schrijft dat haar zoontje van viereneenhalf het op school en de BSO uitstekend doet — leerkracht en begeleiding noemen hem voorbeeldig — maar thuis steeds heftiger reageert. Thuis luistert hij slecht, wil niet opruimen, raakt snel gefrustreerd en barst in tranen uit of gaat schreeuwen en slaan als iets hem niet zint. Ochtenden zijn soms moeilijk omdat hij niet naar de BSO wil. Yentl ervaart dat als zwaar; de sfeer in huis lijdt en ze merkt zelf dat ze soms ook harder wordt dan ze wil. Ze vraagt zich af hoe ze het patroon kan doorbreken en of dit gewoon zijn karakter is.

De pedagoog reageert dat dit beeld herkenbaar is en vaak samenhangt met temperament en gevoeligheid van het kind. De overstap naar school brengt veel prikkels en “aanpassing” met zich mee: concentreren, delen, wachten en sociale regels naleven vergen veel van een jong kind. Omdat schooldagen veel van kinderen vragen, ontladen zij vaak thuis — de plek waar ze zich veilig genoeg voelen om spanning los te laten. Dat gedrag kan zich uiten in huilen, driftbuien, schreeuwen of slaan, en hoewel het zwaar is voor ouders, is het ook een teken dat het kind zich veilig voelt.

Praktische adviezen die worden gegeven:
- Geef de dag thuis eerst even de kans om te landen: een korte verbindende activiteit van vijf minuten kan veel doen. Dat kan samen dansen, rennen, knuffelen of rustig zitten zijn — het hoeft niet lang.
- Bied manieren aan om spanning fysiek kwijt te raken: veel kinderen hebben baat bij bewegen, stevig kauwen of sensorische spelletjes. Denk aan rauwkost om op te kauwen, kinetisch zand of waterprikken in de keuken zodat het kind in de buurt kan blijven terwijl jij andere dingen doet.
- Kijk naar de dagindeling: vierjarigen zijn nog niet leerplichtig. Als de dagen structureel te vol lijken, kan een kortere dag of een middag vrij al verschil maken.
- Herinnering voor ouders: het gedrag zegt niets fundamenteel negatiefs over het kind of over het ouderschap; beide moeten wennen aan een nieuwe fase met andere prikkels en ritmes.

Aanvullende suggesties (niet expliciet in het oorspronkelijke stuk) zijn om te letten op slaap, routine en eenvoudige, consequente grenzen; beloon gewenst gedrag en zorg ook voor eigen pauzes als ouder. Raadpleeg een huisarts, jeugdarts of orthopedagoog als het agressieve gedrag aanhoudt, ernstig is, of het dagelijks functioneren van het kind en gezin sterk belemmert.