De angst waar bijna niemand over praat: tokofobie

vrijdag, 31 oktober 2025 (11:54) - J/M voor Ouders

In dit artikel:

Tokofobie is een sterke, belemmerende angst voor bevallen die een flink aantal vrouwen treft; schattingen lopen van 6 tot 13 procent, maar dat aantal ligt waarschijnlijk hoger. Bevallingstraumatherapeut Anke Velstra — die zelf ook een traumatische eerste bevalling meemaakte — legt uit dat deze angst in verschillende vormen voorkomt: primaire tokofobie (angst zonder eerdere bevalling), secundaire tokofobie (ontstaat na één traumatische bevalling) en zelden voorkomende tertiaire tokofobie (na meerdere nare ervaringen). Velstra ziet vooral vrouwen met secundaire tokofobie.

De oorzaak verschilt per type. Bij primaire tokofobie spelen vroegere ervaringen met controleverlies of andere traumatische gebeurtenissen een rol. Secundaire tokofobie wortelt meestal in de beleving van een eerdere bevalling: niet alleen medische complicaties, maar vooral het gevoel van machteloosheid, gedwongen handelingen of het niet gehoord worden door zorgverleners kan een trauma achterlaten. Velstra geeft persoonlijke voorbeelden: langdurig herstel na operaties en het pas jaren later herkennen van het trauma, met als gevolg dat vrouwen voorzichtig of lang twijfelend zijn over een tweede zwangerschap.

De gevolgen zijn groot: vrouwen vermijden soms seks of zwangerschap uit angst voor herhaling, blijven met heftige herinneringen rondlopen en kunnen bij een volgende bevalling door zintuiglijke prikkels opnieuw in paniek raken. Daarom adviseren hulpverleners traumaverwerking vóór een nieuwe poging zwanger te worden; zonder behandeling is de kans op herbeleving bij vergelijkbare prikkels groot.

Praktische ondersteuning kan veel verschil maken. Continuïteit van zorg, zoals begeleiding door een doula naast de verloskundige en partner, helpt vrouwen zich veiliger te voelen. Ook is er behoefte aan meer trauma-sensitieve bevallingszorg: rustig, luisterend personeel vermindert onveiligheidsgevoelens, terwijl stemverheffing en dwingende handelingen het trauma kunnen verdiepen. Partners wordt aangeraden minder in een “doe-modus” te schieten en vooral nabij, rustig en ondersteunend te blijven tijdens de intensieve fases van de bevalling.

Al met al pleit Velstra voor erkenning van tokofobie binnen de zorg en voor gerichte begeleiding zodat vrouwen hun trauma kunnen verwerken en met meer vertrouwen een volgende zwangerschap en bevalling tegemoet kunnen zien.