Column Loth in Zweden: 'Waarom Zweden veel minder prestatiedruk kent dan Nederland'

zondag, 26 oktober 2025 (13:25) - J/M voor Ouders

In dit artikel:

Loth van Veen (40), moeder van Pepijn (9), Stach (7) en Teun (5), verhuisde in de zomer van 2024 met haar gezin naar Zweden. Terwijl ze met haar man een oud boshuis renoveert, werkt ze als docente en ondernemer en onderzoekt ze het Zweedse onderwijs en de manier van opvoeden. In haar maandelijkse observaties vergelijkt ze nu de Nederlandse en Zweedse benaderingen, met een focus op prestatiedruk.

Haar jongste zoon moest wennen aan de förskola (peuters/kleuters): het leek op een Nederlandse peuterspeelzaal qua huiselijkheid en speelcultuur, maar verschillen vielen snel op. Waar in Nederland kleuters relatief veel tijd in de kring en stilzitten doorbrengen, beperkt dat in Zweden zich tot korte momenten; veel van het leren gebeurt spelenderwijs en buiten. De dagen zijn vaak korter, er is een warme lunch en een rustperiode na de middag.

Het Zweedse schoolsysteem heeft een landelijk ontwikkelingskader voor de förskola en relatief goed opgeleide leraren, maar leert vooral informeel. Kinderen gaan vaak al vanaf anderhalf jaar naar förskola; vanaf het jaar dat ze zes worden stromen ze door naar de Grundskola, die loopt tot zestien jaar. Tot die leeftijd volgt iedereen hetzelfde curriculum, zonder vroege selectie of zittenblijven. Pas vanaf leerjaar 6 (ongeveer 12 jaar) verschijnen cijfers (A–F) en worden beoordelingen relevant voor de doorstroom naar het gymnasium, waar na het basisonderwijs uit 18 programma’s met verschillende zwaarte gekozen kan worden op basis van verzamelde punten.

Van Veen ziet dat prestatiedruk in Zweden bewust zo lang mogelijk wordt uitgesteld: weinig toetsen en rapporten voor jongere kinderen, veel ruimte voor spel en ontwikkeling, en een cultuur van ‘lagom’ — niet te veel, niet te weinig. Dat betekent echter niet dat druk afwezig is. Zodra cijfers geïntroduceerd worden en nationale toetsen plaatsvinden (jaargangen 3, 6 en 9), ervaren sommige leerlingen en ouders ineens de consequenties: beoordelingen beïnvloeden toegang tot gewenste vervolgprogramma’s en dat kan stress en mentale klachten veroorzaken.

Wat leren betreft, concludeert ze dat prestatiedruk niet noodzakelijk is voor ontwikkeling; vooral jonge kinderen hebben baat bij spel en veiligheid. Voor gemiddelde leerlingen biedt het Zweedse systeem voldoende uitdaging, al is er minder differentiatie dan in Nederland en ziet ze weinig voorbeelden van plusklassen — iets dat mogelijk te weinig uitdaging oplevert voor sterke leerlingen. Internationale PISA-resultaten tonen dat Zweden gemiddeld presteert, vergelijkbaar met Nederland: Nederland scoort beter in wiskunde, Zweden ietsje hoger in lezen en wetenschap.

Kortom: Zweden probeert kinderen tijd en ruimte te geven om te groeien en schuift het publieke gewicht van cijfers naar achteren. De druk bestaat wel, maar arriveert later — in theorie wanneer kinderen beter weerbaar zijn. Voor wie meer wil weten raadt Van Veen de podcast Opgejaagd aan, waarin de van origine Zweedse journalist Jennifer Pettersson haar afwegingen over opvoeden in Zweden verkent.